Lage rugklachten zijn, na schouder- en nekklachten, de meest voorkomende klacht van het bewegingsapparaat. Geschat wordt dat op ieder moment minimaal 10% van de bevolking van de geïndustrialiseerde landen last heeft van zijn/haar rug.
Download deze pagina als pdf
Druk deze pagina af
Lage rugklachten zijn, na schouder- en nekklachten, de meest voorkomende klacht van het bewegingsapparaat. Geschat wordt dat op ieder moment minimaal 10% van de bevolking van de geïndustrialiseerde landen last heeft van zijn/haar rug. Van iedere duizend patiënten die naar de huisarts gaan, hebben er 35 last van rugklachten. De klachten kunnen bij minder dan 10% van deze mensen worden verklaard vanuit een specifieke aandoening; bij meer dan 90% is er geen specifieke oorzaak. Dit worden aspecifieke rugklachten genoemd. In principe kan iedereen aspecifieke rugklachten krijgen; het blijkt dat de meeste mensen voor hun 30ste jaar wel eens klachten hebben gehad.
Heel vaak blijft het bij een éénmalige episode, maar soms krijgen mensen steeds meer klachten. Vaak blijken er dan één of meer van de volgende factoren aanwezig te zijn waardoor de klachten steeds weer terugkeren:
De ernst van deze aspecifieke rugpijn mag zeker niet onderschat worden: rugklachten zijn een belangrijke oorzaak van arbeidsongeschiktheid. Van de mensen met lage rugklachten blijft 25% enige tijd thuis van het werk en 10% kan zelfs een aantal maanden niet werken.
Er zijn een aantal risicofactoren bekend die een rol kunnen spelen bij het ontstaan van lage rugklachten.
Het feit dat de oorzaak lastig is vast te stellen, betekent niet dat u geen pijn voelt of dat er sprake is van verbeelding. Acute klachten verdwijnen meestal na een tot zes weken vanzelf of worden aanzienlijk minder. De kans op terugkeer van de lage rugpijn is echter groot. Chronische klachten zijn veel moeilijker te behandelen. Er zijn diverse behandelingsmogelijkheden.
Bij acute lage rugpijn, moet u uw activiteiten tijdelijk verminderen, maar u moet wel in beweging blijven. Als u veel pijn heeft, kan uw arts een pijnstiller of ontstekingsremmer voorschrijven. Bedrust is meestal niet nodig: het kan zelfs het herstel vertragen. Alleen als u niet anders kan, blijft u een of twee dagen op bed liggen. Langzaam aan kunt u weer meer gaan bewegen en sporten. Probeer zo snel mogelijk weer aan het werk te gaan. Het is niet nodig om te wachten tot alle pijn is verdwenen.
Behandeling (door arts of fysiotherapeut) is meestal niet nodig. Uw behandelend arts kan u meer informatie geven.
Wanneer de klachten chronisch dreigen te worden, zal uw huisarts niet alleen naar lichamelijke afwijkingen kijken. Hij of zij kan ook vragen of u wellicht zorgen heeft, rouwt, last van doemdenken heeft of angst voor bewegen heeft. Deze factoren kunnen een rol spelen bij rugklachten. Uw huisarts zal u uitleg en advies geven. Het is vooral belangrijk dat u beweegt, ook al heeft u pijn. U moet leren omgaan met de pijn en de beperkingen. In overleg met uw arts kunt u uw activiteiten geleidelijk uitbouwen. Eventuele restpijn kan geen kwaad.
Wat kunt u zelf doen om rugklachten te voorkomen?