Vernauwing van het wervelkanaal

Wanneer u lijdt aan vernauwingen van het wervelkanaal, heeft u pijn laag in de rug en uitstraling van de pijn in één of beide benen, vooral na een tijdje staan of lopen.

Maak direct een afspraak

Met één van onze specialisten

De lumbale kanaalstenose ofwel vernauwing van het lendenwervelkanaal is een aandoening die tamelijk veel en vooral bij oudere mensen voorkomt. Wanneer u hieraan lijdt, heeft u pijn laag in de rug en uitstraling van de pijn in één of beide benen, vooral na een tijdje staan of lopen. De klachten verminderen als u gaat zitten of voorover bukt. Bij gevorderde vernauwing lopen mensen meestal wat voorovergebogen, omdat er door deze houding iets meer ruimte is ter hoogte van het ruggenmergkanaal waardoor de klachten beter te dragen zijn. Het is opmerkelijk dat de meeste mensen met een lumbale wervelkanaalstenose prima kunnen fietsen zonder noemenswaardige been- en rugklachten.

Het ruggenmerg loopt door vanuit onze hersenen tot ons staarbeen, door een beweeglijke ‘koker’ van ruggenwervels. Door de jarenlange belasting heeft bij ouderen de wervelkolom de neiging om slijtage te vertonen. Slijtage is een normaal verouderingsverschijnsel dat bij iedereen voorkomt, maar de mate waarin het optreedt, verschilt van mens tot mens. Als reactie op deze slijtage (artrose) gaat het wervelbot woekeren. Het wordt veel dikker, vooral bij de gewrichten. Hierdoor wordt het wervelkanaal nauwer. Bovendien zijn ook de elastische banden aan de binnenkant van de wervelkolom, de gele ligamenten, verdikt. Daardoor blijft binnen het vernauwde wervelkanaal nog minder ruimte over voor het ruggenmerg en zenuwwortels. Deze vernauwing treedt vooral op ter hoogte van de laagste vijf wervels, de lendenwervels, en kan leiden tot pijnklachten van de rug en/of uitstralende pijn in de benen. 

Diagnose

Met behulp van een MRI-scan of CT-scan wordt de vernauwing in beeld gebracht. Ook kan een EMG of naaldonderzoek voor de zenuwgeleiding worden gedaan. Hierbij kijkt men naar de mate van beknelling van de zenuwen. Deze onderzoeken vinden plaats onder volledige verdoving en houden dezelfde (zeldzame) risico’s in als alle andere operaties. Uw orthopedisch chirurg bespreekt met u de specifieke complicaties die bij rugchirurgie horen. Napijn in de rug, bil en/of het been is geen alarmerend verschijnsel. De operatiewond en de zenuw hebben immers tijd nodig om te herstellen

Onstekingsremmers in het ruggenmergkanaal

Met een naald worden onstekingsremmers in het ruggenmergkanaal gespoten. Een ontsteking geeft een zwelling, wanneer deze wordt weggenomen, hebben de zenuwen weer ruimte en kunnen de klachten volledig verdwijnen.

Operatie

Niet iedere lumbale kanaalstenose hoeft te worden geopereerd. In het begin van de aandoening, als er nog weinig klachten zijn, is een operatie bijvoorbeeld vaak niet nodig. Als de klachten echter aanzienlijk zijn, is een operatie de enige manier om u van uw klachten af te helpen. Bij deze operatie haalt de chirurg de botwoekeringen en verdikkingen van de gele ligamenten weg, zodat de pijn in – voornamelijk – de benen wordt verminderd. Dat gebeurt onder volledige verdoving en via een snede in het midden van uw onderrug. 

Het is aan te raden activiteiten als wandelen en fietsen geleidelijk op te voeren ter verbetering van uw conditie. U mag elke dag twee wandelingen maken, elke dag iets verder. Wanneer u een kwartier kunt wandelen zonder veel hinder mag u beginnen met fietsen op een normale fiets. Ook zwemmen is aan te raden, maar pas nadat de hechtingen verwijderd zijn.

Het is verboden om staand of zittend een last zwaarder dan 5 kg te tillen en het dragen, trekken en duwen van zware objecten, zoals zware boodschappen, moet u vermijden. Ook lang en onderuitgezakt zitten is heel belastend voor uw rug. Wissel rust en beweging dus af en probeer, zeker in het begin, minstens twee keer per dag een half uur te rusten. U mag op uw buik, rug en zij slapen. Wanneer u tijdens het herstel vitamine B12 inneemt, herstellen de zenuwen zich sneller.